Annelies van Gerwen, afgestudeerd in de afdeling schilderen, wint de Talens Paletprijs 2002.

Het werk van Van Gerwen werd voor de prijs geselecteerd door een vakjury bestaande uit kunstenaars, kunstverkopers, docenten, een kunsthistoricus en Gerrit Komrij naar wiens gedicht de werken waren gemaakt. Daarbij liet zij zo'n drieduizend vrijetijdsschilders en -tekenaars achter zich. Maar de Tilburgse kunstenares kwam dan ook niet onbeslagen ten ijs. Na cursussen kunstgeschiedenis en aquarelleren gedurende meerdere jaren voltooide zij met eervolle vermelding een zevenjarige deeltijdopleiding aan de Academie voor Schone Kunsten te Arendonk (België).

Haar doeken vertellen als het ware fragmenten uit een verhaal. Nadat Van Gerwen een interessante compositie of gebeurtenis fotografisch heeft vastgelegd, kan ze nauwelijks wachten daarmee aan de slag te gaan en het gegeven om te zetten in haar eigen beeldtaal. Zij poogt daarbij de originele afbeelding steeds verder te verlaten. Bij elk werk voelt ze weer de behoefte dit verder door te voeren. De doeken krijgen van haar geen titels mee, want ze vindt dat de beleving van de toeschouwer centraal moet staan.

Van Gerwen werkt voornamelijk met olieverf, vooral omdat deze op het doek (nat in nat) nog allerlei mogelijkheden biedt. De kleuren zijn zelden tot nooit uitbundig, eerder ingetogen, een van de oorzaken van de mysterieuze sfeer van haar werken. Haar inspiratie ligt dan ook onder andere bij schilders die hierin tevens uitblinken. Zoals Luc Tuymans die een schuchtere manier van schilderen heeft; monochroom in zachte kleuren. Maar ook bewondert ze figuratieve schilders met andere kwaliteiten: Lovis Corinth die energieke verfstreken plaatst in vitale kleuren en lijnen en Lucian Freud, wiens werk een welhaast agressief realisme toont en gefascineerd lijkt door vlees. Het werk van Paula Rego waardeert van Gerwen met name om de verhalende elementen daarin.

Haar eigen winnende werk werd door de jury van de finale van Talens Palet 2002 als volgt gewaardeerd: “De opzet is eenvoudig en elementair, alle overbodige details zijn vermeden. De sfeer is sober en geheimzinnig. De toeschouwer voelt die sfeer, maar moet er zelf een betekenis aan geven. (...) Het werk als geheel is een enorme blikvanger. (...) Je staat in het schilderij (...).” Uit Debatterij/Den Haag.

in: Pro-Arte 2003;6:5