“Het werkstuk van A van Gerwen uit Tilburg wordt door de jury ervaren als mysterieus en geheimzinnig. De figuur op de voorgrond staat in een ruimte die eindigt maar ook eindeloos voort lijkt te duren. Een beeld dat zich als het ware afspeelt in de herinnering. Het is een fraai poëtisch werkstuk dat met heel weinig middelen veel suggereert. De kunst van het weglaten wordt hier hooglijk gewaardeerd. Bij wat langer kijken slaan weemoed en geheimzinnigheid toe. Er zitten dingen in die niet kunnen en daarom de kijker op het verkeerde been zetten.”
Juryrapport Utrecht (landelijke finale)
“De opzet is eenvoudig en elementair, alle overbodige details zijn vermeden. De sfeer is sober en geheimzinnig. De toeschouwer voelt die sfeer, maar moet er zelf een betekenis aan geven. Het stevige silhouet van de man en de witte schim in de deuropening doen denken aan het magisch realisme.
De architectuur, de lampen en het gordijn zijn monumentaal opgezet en passen daardoor in het geheel. Het perspectief is vertekend, de verticale lijnen wijken en suggereren in combinatie met de oneindig hoge deuren een droombeeld dat ‘in het hoofd’ gevormd wordt.
Het werk is goed geschilderd. Verfvlekken en –vlakken verbeelden alleen de essentiële vormen, de toeschouwer heeft daar voldoende houvast aan. Het werk als geheel is een enorme blikvanger.
De lange gang zuigt de blik het schilderij in, het zwarte silhouet werkt als een barrière of een figuur waarmee je je als toeschouwer identificeert. In het laatste geval is de betrokkenheid heel groot. Je staat in het schilderij en bent op weg naar het geheim achter de deur.”